In het Frans heb je uitdrukkingen waarin tijd voorkomt, maar die niet altijd met tijd te maken hebben. Hier vind je 6 uitdrukkingen met uren en tijden.
- Passer un mauvais quart d’heure. (Letterlijk: een slecht kwartier doormaken)
Een moeilijke tijd doormaken
> Un cowboy passe un mauvais quart d’heure lors d’un rodé
Een cowboy maakte een moeilijke tijd mee tijdens een rodeo.
Ook: Faire passer un mauvais quart d’heure
Iemand het moeilijk maken. - S’embêter à cent sous (de) l’heure. (Letterlijk: Zich honderd in een uur vervelen.)
Zich kapot vervelen. - Le trois quart du temps. (Letterlijk: driekwart van de tijd)
De meeste tijd.
> J’ai passé le trois quart du temps de le film à rire. (Ik heb tijdens de film de meeste tijd gelachen) - Un bouillon de onze heures. (Letterlijk: een bouillon van elf uur)
Een gifdrank. - La nuit des temps. (Letterlijk: de nacht van de tijd)
Een lange tijd geleden waarover niets bekend is.
> C’est une tradition que les gens suivent depuis la nuit des temps. (Het is een traditie die mensen sinds het begin der tijden hebben voortgezet) - Chercher midi à quatorze heures. (Letterlijk: Tussen de middag zoeken om 14.00 uur)
Iets simpels onnodig moeilijk maken.
> Pourquoi est-ce que tu cherches midi à quatorze heures ? (Waarom maak je iets onnodig moeilijk)