Kan je iemand niet gelijk genoeg geven? Hier vind je 12 manieren om dat te doen.
- Je suis pour. (Ik ben vóór.)
- Je suis (entièrement) d’accord. (Ik ben het (helemaal) eens.)
- J’approuve totalement, absolument. (Ik ben het helemaal eens, absoluut.)
- Je suis (tout à fait) de ton/votre avis. (Ik ben het (helemaal) met je/met u eens.)
- Je partage (complètement) ton/votre avis. (Ik deel (helemaal) je/uw mening.)
- Je suis favorable à ce projet. (Ik ben voorstander van dit project.)
- Exactement / effectivement (Exact, inderdaad)
- Tout à fait. (Helemaal.)
- VParfaitement / évidemment. (Perfect, duidelijk)
- ans aucun doute. (Zonder enige twijfel)
- Bien sûr que oui. (Natuurlijk wel)
- Vous avez (tout à fait) raison. (U hebt helemaal gelijk.)