Wist je dat de manier waarop je kazen snijdt de smaak en textuur beïnvloedt? Daarom een paar tips om Franse kazen helemaal tot hun recht te laten komen.
Voor de meeste kazen geldt dat de kern zacht en romig is, en de smaak wordt meer uitgesproken bij rand. Daarom, als je een kaas snijdt hou je als regel aan: geef iedereen gelijke porties en verdeel de korst en het hart gelijkmatig over elke portie.
Ronde kaas. Ronde kazen zoals een camembert snijd je als een taart: iedereen krijgt een punt.
Grote driehoekige kaas. Kazen zoals een brie de Meaux kun je vanuit het midden tot halverwege verspringende plakjes snijden. Kom je dichter bij de rand snijd je in de lengterichting de plakjes af.
Rechthoekige kaas. Bij kazen zoals een Comté, Beaufort of Ossau-Iraty begin je bij het zachte gedeelte. Snijd de plakjes kaas van de punt evenwijdig aan kaaskorst. Als je halverwege bent, kun je ze uitwaaieren om het korstje gelijkmatig te verdelen.
Vierkante kaas. Voor een vierkante kaas is het gebruikelijk deze eenmaal diagonaal door te snijden waardoor je 2 gelijke driehoeken krijgt. Daarna kun je elk stuk doormidden snijden om 4, 8 of 16 gelijke stukken te maken.
Blauwe kaas. Gemarmerde kazen zoals Roquefort of Bleu d’Auvergne moeten zo worden gesneden dat iedereen evenveel marmering en korst krijgt. Daarom kun je ze het best in een waaiervorm snijden.
Piramidevormige kaas. Kazen zoals Pouligny-Saint-Pierre of Pyramide de Valençay snijd je over de hele hoogte in dunne plakjes gesneden.
Cilindervormige kaas. Geitenkazen in de vorm van een cilinder, zoals de Sainte-Maure de Touraine snijd je het best in parallelle plakken.
Messen
Bij een kaasplankje leg je verschillende kaasmessen (couteaux à fromage) neer, zodat de smaken van de verschillende kazen niet vermengen. Een mes met een lang gebogen blad is ideaal om zachte of blauwaderige kazen mee te snijden. Is de kaas wat harder, kies je voor een mes met een kort, spits lemmet. Is de kaas echt hard kun die ook breken of er schaafsel van maken met bijvoorbeeld een dunschiller.
