Zomer in Frankrijk betekent voor velen maar 1 ding: Tour de France. Op 5 juli start het wielerevenement om op 27 juli te eindigen.
Het is altijd een belevenis om de Tour de Frans aan de zijlijn mee te maken. Ben je nu niet zo’n wielerliefhebber, gebruik de Tour dan als excuus om bijzondere steden te bezoeken.
Neem Lille bijvoorbeeld, waar de Tour start. Vanaf Amsterdam is de stad maar 3,5 uur met de trein (met de auto trouwens ook). Ideaal voor een weekendje winkelen of bezoek aan de prachtige historische binnenstad.
Op 10 juli vertrekt het peloton vanaf Bayeux, bekend van het Tapijt van Bayeux. Een uniek 70 meter lang borduurwerk uit 1068. Er is ook een minder bekend feitje te vertellen over de stad. Wist je dat in de zomer van 1944 de regering van Frankrijk tijdelijk in Bayeux was? Het was op 6 juni 1944 de eerste grote plaats die op D-Day bevrijd werd.
Saint-Malo doet de Tour een dag later aan. De stad is omringd door een indrukwekkende wal, waar je overheen kunt lopen. Vanaf daar kun je genieten van mooie uitzichten over de zee, haven en stad.
Over stadsmuren gesproken, die van Carcassonne omringt een prachtige historische binnenstad. Niet voor niets staat de middeleeuwse citadel, de Cité de Carcassonne op de UNESCO werelderfgoedlijst. Op 20 juli eindigt de tourdag daar.
De volgende dag vertrekt het peloton van Montpellier naar de voor de tourliefhebbers beruchte Mont Ventoux. Montpellier is een stad om een dag heerlijk in rond te dwalen in de smalle straten met kleine boutiques. Mis bij een bezoek vooral ook niet de Promenade du Peyrou, met aan het eind de Arceaux, een aquaduct, de Jardin des Plantes en Place de la Canourgue, met uitzicht op de Cathédrale Saint-Pierre.
Via de bergen bij Vif en Albertville gaat de tour over de Col de la Loze, die met 2.304 m het hoogste punt is van het toernooi. Daarna gaat de route richting het noorden om op 27 juli zoals vanouds te eindigen in Parijs, via Montmartre, op de Champs-Élysées.