Wat trek je aan in de winter?

De winter komt eraan en je wilt het natuurlijk niet koud hebben. Tijd om aan je vocabulaire voor winterkleding te werken!

  • Un manteau – jas
  • Une doudoune – donsjack
  • Un pull à col roulé – coltrui
  • Un sweater à capuche – trui met een capuchon
  • Des gants – handschoenen
  • Des moufles – wanten
  • Un cache-oreilles – oorwarmers (letterlijk: oorverbergers)
  • Un bonnet – muts
  • Une chapka – een (bont)muts met verlengde zijkanten om je oren warm te houden
  • Une écharpe – sjaal
  • Des chaussettes en laine – wollen sokken
  • Des bottes fourrées – gevoerde laarzen

Nieuws:

Nieuwsbrief