De voorzetsels ‘dans’ en ‘en’ betekenen beide ‘in’. Wanneer gebruik je nu de ene en wanneer de ander?.
Voorzetsels kunnen in het Frans nog best een uitdaging zijn. Vooral als wij in het Nederlands 1 woord hebben waarvoor de Fransen er 2 gebruiken. Gelukkig zijn er regels voor wanneer je ‘dans’ gebruikt en wanneer ‘en’.
Dans
Dans gebruik je voor een plaats, een moment in de toekomst, voor een locatie binnen en voor iets dat in een decennium gebeurde:
- Il y a des plantes vertes dans le salon. (Er staan groene planten in de huiskamer.) > plaats
- Il vient dans 3 jours. (Hij komt over 3 dagen.) > toekomstig moment
- Le crayon est dans le tiroir. (Het potlood ligt in de lade.) > een plek binnen een locatie
- Dans les années 80 les garçon avaient les cheveux longs. (In de jaren 80 hadden jongens lange haren.) > een aanduiding van een decennium
Mannelijke provincies en staten krijgen het woord ‘dans’:
- J’habite dans le Maine. (Ik woon in Maine.)
- Je vais dans l’Ontario. (Ik ga naar Ontario.)
Net als bij gebieden, sommige eilanden en eilandengroepen in het meervoud:
- J’ai passé mes vacances dans les Caraïbes.
- Je vais dans les régions du Sud Ouest.
EN
‘En’ bij een seizoen, een lengte van tijd of materiaal. Vrouwelijke landen of landen die met een klinker beginnen krijgen ook ‘en’.
- En hiver (In de winter) > seizoen
- J’ai déjeuné en 10 minutes. (Ik heb in 10 minuten ontbeten.) > lengte van tijd
- Cette bague est en or. (Deze ring is van goud.) > materiaal
- Il vit en France. (Hij woont in Frankrijk.) > vrouwelijk land
- Ils sont en Autriche. (Ze zijn in Oostenrijk.) > een land beginnend met een klinker
Attention
Bij het gérondif gebruik je ook ‘en’. Dat gebruik je als 2 gebeurtenissen tegelijkertijd plaatsvinden. Meer daarover lees je in dit artikel.
Let op: ‘en’ gebruik je ook wanneer je een hoeveelheid aanduidt. Precies weten hoe het daarmee zit? Lees dan dit artikel.